Vertaling van einschmieren
Inhoud:
Duits
Nederlands
einreiben, einschmieren, salben {ww.}
insmeren
ich werde einschmieren
du wirst einschmieren
er/sie/es wird einschmieren
ik zal insmeren
jij zult insmeren
hij/zij/het zal insmeren
» meer vervoegingen van insmeren