Vertaling van einstürzen

Inhoud:

Duits
Nederlands
einstürzen, kappen, umfallen {ww.}
ten val komen
kapseizen
omvallen
kantelen 

ich werde einstürzen
du wirst einstürzen
er/sie/es wird einstürzen

ik zal kapseizen
jij zult kapseizen
hij/zij/het zal kapseizen
» meer vervoegingen van kapseizen

einfallen, einstürzen, hineinfallen, hineinstürzen, hineinstürmen {ww.}
inkalven

er/sie/es wird einstürzen
sie werden einstürzen
er/sie/es würde einstürzen

hij/zij/het zal inkalven
zij zult inkalven
hij/zij/het zal inkalven
» meer vervoegingen van inkalven

ausfallen, einstürzen, herausfallen {ww.}
uitvallen

ich werde einstürzen
du wirst einstürzen
er/sie/es wird einstürzen

ik zal uitvallen
jij zult uitvallen
hij/zij/het zal uitvallen
» meer vervoegingen van uitvallen



Gerelateerd aan einstürzen

kappen - umfallen - einfallen - hineinfallen - hineinstürzen - hineinstürmen - ausfallen - herausfallen