Vertaling van entschuldigen
excuseren
wir entschuldigen
sie entschuldigen
wij verontschuldigen
zij verontschuldigen
» meer vervoegingen van verontschuldigen
begenadigen
wir entschuldigen
sie entschuldigen
wij vergeven
zij vergeven
» meer vervoegingen van vergeven
verschonen
excuseren
wir entschuldigen
sie entschuldigen
wij verontschuldigen
zij verontschuldigen
» meer vervoegingen van verontschuldigen
Voorbeelden in zinsverband
Sie sollten sich entschuldigen.
Jullie zouden om verontschuldiging moeten vragen.
Entschuldigen Sie mich bitte, ich muss los.
Neem mij niet kwalijk, ik moet vertrekken.
Ich muss mich bei Ann entschuldigen.
Ik moet mijn verontschuldigingen aanbieden aan Ann.
Entschuldigen Sie, ich habe mich verirrt.
Pardon, ik ben verdwaald.
Entschuldigen Sie, wo ist die Bäckerei?
Excuseer. Waar is de bakkerij?
Entschuldigen Sie bitte, aber ich muss jetzt nach Hause gehen.
Het spijt me, maar ik moet nu naar huis gaan.