Vertaling van etwas

Inhoud:

Duits
Nederlands
etwas {spreekw.}
enig 
etwas, irgendetwas, irgendwas {onb. vnw.}
iets 
wat 
ein wenig, etwas, ziemlich, ein bißchen {bw.}
een beetje
een weinig
enigszins
nogal
tamelijk 
wat 
Ding [o] (das ~), Sache [v] (die ~), Etwas [o] (das ~) {zn.}
voorwerp 
ding  [o]


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Möchtest du etwas essen?

Wil je iets eten?

Ich höre etwas.

Ik hoor iets.

Wartest du auf etwas?

Wacht je ergens op?

Plötzlich geschah etwas Unerwartetes.

Plotseling gebeurde er iets onverwachts.

Entschuldigung, etwas ist schiefgegangen.

Sorry, er ging iets mis.

Und etwas Brot.

En een beetje brood.

Darf ich etwas sagen?

Mag ik iets zeggen?

Ich habe etwas abgenommen.

Ik heb een beetje gewicht verloren.

Möchten Sie etwas trinken?

Wil je iets te drinken?

Wir brauchen etwas Essbares.

We hebben wat eten nodig.

Ist etwas passiert?

Is er iets gebeurd?

Das ist etwas anderes.

Dat is een ander probleem.

Möchten Sie etwas Kaffee?

Wil je koffie?

Du verbirgst etwas.

Jij verbergt iets.

Hast du etwas zu verzollen?

Heeft u iets aan te geven?


Gerelateerd aan etwas

synoniemen

irgendetwas - irgendwas - ein wenig - ziemlich - ein bißchen - Ding - Sache - Etwas