Vertaling van fast

Inhoud:

Duits
Nederlands
beinahe, fast, schier {bw.}
bijna 
bijkans 
haast 
schier
vrijwel
welhaast
zo goed als
zowat


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Wir wären fast erfroren.

We zijn bijna doodgevroren.

Ich schwimme fast jeden Tag.

Ik zwem bijna elke dag.

Fast vier Pfund,“ sagt Bob.

"Ongeveer vier pond", zegt Bob.

Die Arbeit ist fast gemacht.

De taak is zo goed als afgewerkt.

Das Abendessen ist fast fertig.

Het avondeten is bijna klaar.

Er ist fast immer zuhause.

Hij is bijna altijd thuis.

Es ist fast sechs Uhr.

Het is bijna zes uur.

Er ist fast immer zuhause.

Hij is bijna altijd thuis.

Es regnet fast überhaupt nicht.

Het regent nauwelijks.

Meine Festplatte ist fast voll.

Mijn harde schijf is bijna vol.

Die Frau ist fast taub.

De vrouw is bijna doof.

Der Urlaub ist fast vorbei.

De vakantie is bijna om.

Ich habe fast alles verstanden!

Ik begreep het bijna helemaal!

Das Problem ist fast gelöst.

Het probleem is zo goed als afgehandeld.

Das Abendessen ist fast fertig.

Het avondeten is bijna klaar.


Gerelateerd aan fast

beinahe - schier