Vertaling van festlegen
Inhoud:
Duits
Nederlands
anberaumen, determinieren, bestimmen, festlegen, festsetzen, abgrenzen, ermitteln {ww.}
nauwkeurig bepalen
determineren
determineren
ich werde festlegen
du wirst festlegen
er/sie/es wird festlegen
ik zal determineren
jij zult determineren
hij/zij/het zal determineren
» meer vervoegingen van determineren
ich werde festlegen
du wirst festlegen
er/sie/es wird festlegen
ik zal definiëren
jij zult definiëren
hij/zij/het zal definiëren
» meer vervoegingen van definiëren