Vertaling van fleißig
Inhoud:
Duits
Nederlands
beflissen, emsig, fleißig, geflissentlich, strebsam {bn.}
ijverig
naarstig
nijver
vlijtig
naarstig
nijver
vlijtig
Voorbeelden in zinsverband
Duits
Nederlands
Nancy hat fleißig gelernt.
Nancy studeerde hard.
Du musst nur fleißig arbeiten.
Ge moet alleen hard werken.
Jemand, der so fleißig ist wie er, wird ganz gewiss erfolgreich sein.
Een man zo ijverig als hij moet wel succes hebben.
Der Grund, weshalb ich es bevorzuge, nach Japan zu gehen, ist der, dass die Leute in Japan fleißig und von ehrlichem Charakter sind.
De reden dat ik prefereer naar Japan te gaan, is dat er in Japan hardwerkende mensen wonen met een oprechte personaliteit.