Vertaling van forschen
Inhoud:
Duits
Nederlands
forschen, ausforschen, erforschen, unterforschen, untersuchen {ww.}
wir forschen
sie forschen
wij onderzoeken
zij onderzoeken
» meer vervoegingen van onderzoeken
Ich muss Sie untersuchen.
Ik moet je onderzoeken.
Sie werden die Angelegenheit untersuchen.
Zij gaan de zaak onderzoeken.