Vertaling van fortfliegen

Inhoud:

Duits
Nederlands
abfliegen, fortfliegen {ww.}
wegvliegen
vertrekken
vervliegen
uitvliegen

ich werde fortfliegen
du wirst fortfliegen
er/sie/es wird fortfliegen

ik zal wegvliegen
jij zult wegvliegen
hij/zij/het zal wegvliegen
» meer vervoegingen van wegvliegen

verfließen, fortfliegen, wegfließen, ausströmen, verrinnen, zerrinnen, schwinden {ww.}
weglopen
wegvloeien
afvloeien

ich werde fortfliegen
du wirst fortfliegen
er/sie/es wird fortfliegen

ik zal weglopen
jij zult weglopen
hij/zij/het zal weglopen
» meer vervoegingen van weglopen



Gerelateerd aan fortfliegen

abfliegen - verfließen - wegfließen - ausströmen - verrinnen - zerrinnen - schwinden