Vertaling van freilegen
Inhoud:
Duits
Nederlands
denudieren, freilegen {ww.}
blootleggen
ich werde freilegen
du wirst freilegen
er/sie/es wird freilegen
ik zal blootleggen
jij zult blootleggen
hij/zij/het zal blootleggen
» meer vervoegingen van blootleggen
von Ballast befreien, freilegen {ww.}
ontlasten
ich werde freilegen
du wirst freilegen
er/sie/es wird freilegen
ik zal ontlasten
jij zult ontlasten
hij/zij/het zal ontlasten
» meer vervoegingen van ontlasten