Vertaling van frühstücken

Inhoud:

Duits
Nederlands
frühstücken {ww.}
ontbijten 

wir frühstücken
sie frühstücken

wij ontbijten
zij ontbijten
» meer vervoegingen van ontbijten

Wir frühstücken um sieben Uhr.
We ontbijten om zeven uur.


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Wir frühstücken um sieben Uhr.

We ontbijten om zeven uur.

Um wie viel Uhr frühstücken Sie normalerweise?

Hoe laat ontbijt je gewoonlijk?