Vertaling van gedeihen
Inhoud:
Duits
Nederlands
gedeihen, gelingen, geraten, glücken, prosperieren {ww.}
wir gedeihen
sie gedeihen
wij varen wel
zij varen wel
» meer vervoegingen van welvaren
wir gedeihen
sie gedeihen
wij groeien
zij groeien
» meer vervoegingen van groeien
Apfelsinen wachsen in warmen Ländern.
Sinaasappels groeien in warme landen.
Pflanzen wachsen schnell, wenn es geregnet hat.
Planten groeien snel na regen.