Vertaling van gestatten

Inhoud:

Duits
Nederlands
erlauben, gestatten {ww.}
veroorloven
vergunnen
toelaten
toestaan 
gedogen

wir gestatten
sie gestatten

wij veroorloven
zij veroorloven
» meer vervoegingen van veroorloven

erteilen, geben, angeben, herreichen, verabreichen, reichen, hervorbringen, erzeugen, tragen, spenden, machen, übergeben, überantworten, anvertrauen, ergeben, gewähren, gestatten {ww.}
geven 
verlenen
toekennen
toebrengen
opbrengen
aangeven 

wir gestatten
sie gestatten

wij geven
zij geven
» meer vervoegingen van geven

Kühe geben Milch.
Koeien geven melk.
Sie geben nichts.
Zij geven niets.