Vertaling van gewinnen

Inhoud:

Duits
Nederlands
zum Anhänger machen, werben, anwerben, gewinnen {ww.}
inwijden

wir gewinnen
sie gewinnen

wij wijden in
zij wijden in
» meer vervoegingen van inwijden

erringen, gewinnen, verdienen, erwerben, einnehmen {ww.}
winnen 
verdienen 
behalen 

wir gewinnen
sie gewinnen

wij winnen
zij winnen
» meer vervoegingen van winnen

Welche Mannschaft wird gewinnen?
Welk team zal winnen?
Er hat nur ein Lebensziel: Geld verdienen.
Hij heeft maar een doel in het leven: geld verdienen.
erlangen, habhaft werden, sich erwerben, erwerben, anschaffen, gewinnen {ww.}
verwerven
behalen 
verkrijgen 
buitmaken

wir gewinnen
sie gewinnen

wij verwerven
zij verwerven
» meer vervoegingen van verwerven

ausziehen, extrahieren, herausziehen, einen Auszug machen, exzerpieren, gewinnen {ww.}
zetten 
afleiden 

wir gewinnen
sie gewinnen

wij zetten
zij zetten
» meer vervoegingen van zetten



Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Welche Mannschaft wird gewinnen?

Welk team zal winnen?

Hast du gesagt, ich könne nie gewinnen?

Heb je gezegd dat ik nooit zou kunnen winnen?

Er hat gute Aussichten zu gewinnen.

Er bestaat een goede kans dat hij zal winnen.

Ich konnte den ersten Preis gewinnen.

Ik kon de eerste prijs winnen.

Er sprang nicht hoch genug, um einen Preis zu gewinnen.

Hij sprong niet hoog genoeg om een prijs te winnen.

Es scheint, dass er den ersten Preis gewinnen wird.

Het lijkt dat hij de eerste prijs zal winnen.

Tom hat gute Aussichten, die Wahl zu gewinnen.

Tom maakt een goede kans de verkiezing te winnen.

Wenn du im Lotto gewinnen würdest, was würdest du mit dem Geld machen?

Als jullie de loterij zouden winnen, wat zouden jullie dan kopen voor dat geld?