Vertaling van gezwungen

Inhoud:

Duits
Nederlands
affektiert, geziert, gezwungen, gekünstelt, unnatürlich {bn.}
aanstellerig
geposeerd
gekunsteld
gemaakt
gewrongen
affektiert, geziert, gezwungen, gekünstelt, unnatürlich {bn.}
onnatuurlijk
gewild
gewrongen
opgesmukt
spastisch
geforceerd
krampachtig
gekunsteld
gemaakt
affektiert, geziert, gezwungen, gekünstelt, unnatürlich {bn.}
gemaakt
bestudeerd
gekunsteld
gemaniëreerd
gemanierd
onecht
onwaarachtig
gewrongen
affektiert, geziert, gezwungen, gekünstelt, unnatürlich {bn.}
onecht
gekunsteld
gemaakt
gewrongen
affektiert, geziert, gezwungen, gekünstelt, unnatürlich {bn.}
gedwongen
afgedwongen
noodgedwongen
onvrijwillig
gekunsteld
gemaakt
gewrongen
affektiert, geziert, gezwungen, gekünstelt, unnatürlich {bn.}
bombastisch
hoogdravend
pathetisch
retorisch
schreeuwerig
gezwollen
gekunsteld
gemaakt
gewrongen
affektiert, geziert, gezwungen, gekünstelt, unnatürlich {bn.}
huichelachtig
farizees
geveinsd
hypocriet
jezuïtisch
schijnheilig
schijnvroom
voorgewend
gekunsteld
gemaakt
gewrongen
affektiert, geziert, gezwungen, gekünstelt, unnatürlich {bn.}
overgecultiveerd
gekunsteld
gemaakt
gewrongen
formal, formell, förmlich, gezwungen, steif {bn.}
afgemeten
formeel
affektiert, geziert, gezwungen, gekünstelt, unnatürlich {bn.}
opgeschroefd
zwingen {ww.}
dwingen
verplichten
noodzaken

ich habe gezwungen
du hast gezwungen
er/sie/es hat gezwungen

ik heb gedwongen
jij hebt gedwongen
hij/zij/het heeft gedwongen
» meer vervoegingen van dwingen

Du kannst mich nicht zu etwas zwingen, das ich nicht tun will.
Je kan me niet dwingen iets te doen wat ik niet wil.


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Mein Chef wurde zum Rücktritt gezwungen.

Mijn baas was gedwongen ontslag te nemen.

Kate wurde gezwungen, das Buch zu lesen.

Kate was gedwongen het boek te lezen.

Ich habe sie gezwungen, Klavier zu spielen.

Ik heb haar gedwongen piano te spelen.

Zum Lernen sollte man nicht gezwungen werden. Zum Lernen sollte man ermutigt werden.

Men moet niet dwingen te leren. Leren moet men aanmoedigen.


Gerelateerd aan gezwungen

affektiert - geziert - gekünstelt - unnatürlich - formal - formell - förmlich - steif - zwingenaffektiert