Vertaling van gleich
evenzeer
gelijk
gelijkelijk
egaal
gelijk
gelijkmatig
assimileren
slechten
effenen
Voorbeelden in zinsverband
Gleich um die Ecke.
Het is net om de hoek.
Alle Menschen sind gleich.
Alle mensen zijn gelijk.
Bin gleich wieder da.
Ik ben zo terug.
Es wird gleich regnen.
Het gaat regenen.
Die Zwillinge sehen vollkommen gleich aus.
De tweeling ziet er precies hetzelfde uit.
Der Stall ist gleich hinter dem Bauernhaus.
De stal is net achter de boerderij.
All diese Blumen sehen gleich aus.
Deze bloemen lijken allemaal op elkaar.
Die Zwillingsbrüder sehen völlig gleich aus.
De tweelingbroers zien er precies hetzelfde uit.
Fünf plus drei ist gleich acht.
Vijf plus drie is acht.
Ich muss gleich das Badezimmer putzen.
Ik moet onmiddellijk de badkamer kuisen.
Fünf plus drei ist gleich acht.
Vijf plus drie is acht.
Er und ich sind fast gleich groß.
Hij en ik zijn bijna even groot.
Die zwei Berge sind gleich hoch.
De twee bergen zijn even hoog.
Wenn du nicht aufpasst, wirst du gleich ins Wasser fallen.
Als je niet uitkijkt, lig je dadelijk nog in het water.
Das war solch ein gutes Buch, dass ich es gleich dreimal gelesen habe.
Dat was zo'n goed boek dat ik het drie keer heb gelezen.