Vertaling van grämen
Inhoud:
Duits
Nederlands
bekümmern, betrüben, grämen, kränken, quälen, Leid verursachen, Herzeleid verursachen {ww.}
sie grämen
zij beproeven
» meer vervoegingen van beproeven
sie grämen
zij beproeven
» meer vervoegingen van beproeven