Vertaling van gräulich

Inhoud:

Duits
Nederlands
gräulich {bn.}
grauwachtig
grijsachtig
verabscheuenswert, verabscheuenswürdig, abscheulich, gräßlich, scheußlich, gräulich {bn.}
afschuwelijk 
ijselijk
afgrijselijk 
verfoeilijk
abominabel


Gerelateerd aan gräulich

verabscheuenswert - verabscheuenswürdig - abscheulich - gräßlich - scheußlich