Vertaling van harmlos
Inhoud:
Duits
Nederlands
harmlos, sorglos, unbekümmert {bn.}
onbezorgd
zorgeloos
zorgeloos
gefahrlos, geheuer, harmlos, ungefährlich, sicher, gesichert {bn.}
goedaardig
ongevaarlijk
veilig
ongevaarlijk
veilig
bieder, harmlos, loyal, unumwunden, ohne Kniffe, ehrlich, gerade {bn.}
eenvoudig
naïef
ongekunsteld
naïef
ongekunsteld