Vertaling van hasten
Inhoud:
Duits
Nederlands
hasten, sich beeilen {ww.}
zich voorthaasten
zich haasten
jachten
jagen
haast hebben
zich haasten
jachten
jagen
haast hebben
wir hasten
sie hasten
wij jachten
zij jachten
» meer vervoegingen van jachten