Vertaling van herausfordern

Inhoud:

Duits
Nederlands
herausfordern, Trotz bieten, trotzen, standhalten, aushalten {ww.}
uittarten
trotseren
uitdagen
tarten

ich werde herausfordern
du wirst herausfordern
er/sie/es wird herausfordern

ik zal uittarten
jij zult uittarten
hij/zij/het zal uittarten
» meer vervoegingen van uittarten

herausfordern, hervorrufen {ww.}
ten gevolge hebben
uitlokken
naar buiten roepen

ich werde herausfordern
du wirst herausfordern
er/sie/es wird herausfordern

ik zal uitlokken
jij zult uitlokken
hij/zij/het zal uitlokken
» meer vervoegingen van uitlokken

angreifen, reizen, herausfordern, stumpf machen, provozieren {ww.}
irriteren
prikkelen
agaceren

ich werde herausfordern
du wirst herausfordern
er/sie/es wird herausfordern

ik zal irriteren
jij zult irriteren
hij/zij/het zal irriteren
» meer vervoegingen van irriteren

anspornen, antreiben, aufhetzen, herausfordern {ww.}
zwepen
opwekken
aanvuren
aanwakkeren
aansporen 

ich werde herausfordern
du wirst herausfordern
er/sie/es wird herausfordern

ik zal zwepen
jij zult zwepen
hij/zij/het zal zwepen
» meer vervoegingen van zwepen