Vertaling van herströmen

Inhoud:

Duits
Nederlands
herfließen, herbeifließen, herbeiströmen, herströmen, heranströmen, hinströmen {ww.}
toestromen
toevloeien
toelopen
Flut [v] (die ~), Zufluß [m] (der ~), Herströmen, Anströmen, Andrang [m] (der ~), Zuspruch [m] (der ~) {zn.}
toevloed [m]
toeloop [m]
vloed [m]