Vertaling van hindurchgehen

Inhoud:

Duits
Nederlands
durchgehen, durchqueren, hindurchgehen {ww.}
gaan door
aflopen 
doorgaan
afleggen 

ich werde hindurchgehen
du wirst hindurchgehen
er/sie/es wird hindurchgehen

ik zal aflopen
jij zult aflopen
hij/zij/het zal aflopen
» meer vervoegingen van aflopen



Gerelateerd aan hindurchgehen

durchgehen - durchqueren