Vertaling van hochfliegen
Inhoud:
Duits
Nederlands
hochfliegen, emporfliegen, nach oben fliegen {ww.}
opvliegen
opstuiven
opstuiven
ich werde hochfliegen
du wirst hochfliegen
er/sie/es wird hochfliegen
ik zal opvliegen
jij zult opvliegen
hij/zij/het zal opvliegen
» meer vervoegingen van opvliegen