Vertaling van inspizieren
Inhoud:
Duits
Nederlands
beaufsichtigen, inspizieren, mustern {ww.}
visiteren
inspectie houden
schouwen
inspecteren
inspectie houden
schouwen
inspecteren
wir inspizieren
sie inspizieren
wij visiteren
zij visiteren
» meer vervoegingen van visiteren
examinieren, inspizieren, nachsehen, prüfen, untersuchen, überprüfen, nachprüfen, betrachten, beschauen, mustern, besichtigen, durchgehen, durchsehen, begutachten, vergleichen {ww.}
wir inspizieren
sie inspizieren
wij onderzoeken
zij onderzoeken
» meer vervoegingen van onderzoeken
Du solltest deinen Kopf untersuchen lassen.
Jij moet je hoofd laten nakijken.
Ich muss Sie untersuchen.
Ik moet je onderzoeken.