Vertaling van jeder
ieder
iedereen
al
elkeen
iegelijk
Voorbeelden in zinsverband
Jeder nennt ihn Jeff.
Iedereen noemt hem Jeff.
Jeder hat seine Fehler.
Niemand is perfect.
Jeder weiß das.
Iedereen weet dat.
Jeder lobt den Jungen.
Iedereen looft de jongen.
Jeder liebt sie.
Iedereen houdt van haar.
Jeder weiß es.
Iedereen weet dat.
Jeder kennt das Gesetz.
Iedereen kent de wet.
Letztendlich muss jeder selbst lernen.
Tenslotte moet iedereen zelf leren.
Außer mir war jeder eingeladen.
Met uitzondering van mij was iedereen uitgenodigd.
Jeder Staat hat seine Nationalflagge.
Elk land heeft zijn nationale vlag.
Im Dorf kannte ihn jeder.
Iedereen in het dorp kende hem.
Der Zug hält an jeder Station.
De trein stopt op elk station.
Jeder sollte von seinem Wahlrecht Gebrauch machen.
Iedereen zou van zijn stemrecht moeten gebruik maken.
Man kann es in jeder Buchhandlung erwerben.
Je kunt het in om het even welke boekhandel krijgen.
Jeder muss seine eigene Familie beschützen.
Iedereen moet zijn eigen familie beschermen.