Vertaling van jemand

Inhoud:

Duits

Nederlands

ein gewisser, einer, irgend einer, irgendwer, jemand {onb. vnw.}

een of ander
iemand
een
een zeker

Duits

Nederlands

Spricht hier jemand Japanisch?

Spreekt er hier iemand Japans?

Ist jemand da?

Is daar iemand?

Spricht hier jemand Englisch?

Spreekt hier iemand Engels?

Jemand stieß mich hinein.

Iemand duwde me naar binnen.

Kann jemand anderes antworten?

Kan iemand anders antwoorden?

Jemand klopft an der Tür.

Iemand klopt op de deur.

Bitte fragen Sie jemand anders.

Vraag alsjeblieft iemand anders.

Jemand kommt die Treppe herauf.

Er komt iemand de trap op.

Warum sollte jemand Tom ermorden?

Waarom zou iemand Tom vermoorden?

Jemand hat meine Tasche weggenommen.

Iemand heeft mijn zak weg genomen.

Tom will, dass ihn jemand liebt.

Tom wil dat iemand van hem houdt.

Könnte bitte jemand die Tür öffnen?

Kan iemand de deur opendoen alsjeblieft?

Kann jemand bitte die Türe öffnen?

Kan iemand de deur openmaken alsjeblieft?

Es klopft jemand an der Tür.

Er klopt iemand aan.

Da ist jemand am Telefon für dich.

Er is telefoon voor je.