Vertaling van knoten

Inhoud:

Duits
Nederlands
knoten {ww.}
knopen 
een knoop leggen

wir knoten
sie knoten

wij knopen
zij knopen
» meer vervoegingen van knopen

Knoten [m] (der ~) {zn.}
kwast 
knooppunt
knoest
knoop  [m]
geleding [v]
Beule [v] (die ~), Knolle [v] (die ~), Knoten [m] (der ~) {zn.}
knoest
knol
knobbel


Gerelateerd aan knoten

Knoten - Beule - Knolle