Vertaling van krank
Inhoud:
Duits
Nederlands
Voorbeelden in zinsverband
Duits
Nederlands
Ich bin krank.
Ik ben ziek.
Er war vielleicht krank.
Hij was misschien ziek.
Sie wurde sehr krank.
Ze werd heel ziek.
Ich bin krank!
Ik ben ziek.
Er ist nicht krank.
Hij is niet ziek.
Sie sind schwer krank.
Je bent ernstig ziek.
Ich bin krank.
Ik ben ziek.
Vielleicht war er krank.
Misschien was hij ziek.
Er ist krank.
Hij is ziek.
Fühlst du dich krank?
Voel je je ziek?
Warst du mal ernsthaft krank?
Heb je ooit een ernstige ziekte gehad?
Er ist angeblich schwer krank.
Men zegt dat hij ernstig ziek is.
Er kann nicht krank sein.
Hij kan niet ziek zijn.
Ich glaube, dass Yumi krank ist.
Ik denk dat Yumi ziek is.
Wer sagte dir, dass ich krank sei?
Wie heeft je verteld dat ik ziek was?