Vertaling van kurzlebig
Inhoud:
Duits
Nederlands
Eintags-, ephemer, kurzlebig, schnell vorübergehend, vergänglich, von kurzer Dauer, flüchtig {bn.}
kortstondig
eendags-
eendags-
ephemer, kurzlebig, vergänglich {bn.}
kortstondige
van zeer korte duur
voorbijgaand
van zeer korte duur
voorbijgaand