Vertaling van kämmen
Inhoud:
Duits
Nederlands
kämmen {ww.}
uitkammen
kammen
kammen
wir kämmen
sie kämmen
wij kammen uit
zij kammen uit
» meer vervoegingen van uitkammen
zähnen, auszahnen, zacken, auszacken, kämmen {ww.}
van tanden voorzien