Vertaling van landen
Inhoud:
Duits
Nederlands
stranden, ans Ufer kommen, das Ufer erreichen, das Ufer betreten, anlegen, landen {ww.}
aan wal komen
landen
aan land gaan
landen
aan land gaan
wir landen
sie landen
wij landen
zij landen
» meer vervoegingen van landen
Voorbeelden in zinsverband
Duits
Nederlands
Morgen wird er auf dem Mond landen.
Morgen landt hij op de maan.
Sagen Sie diesen Leuten, sie sollen zurückgehen, damit der Hubschrauber landen kann.
Zeg dat ze plaats voor de helikopter moeten maken.