Vertaling van licht

Inhoud:

Duits
Nederlands
Licht [o] (das ~) {zn.}
licht  [o]
schijnsel [o]
schijn [m]
Ich kann das Licht sehen.
Ik kan het licht zien.
Sie schaltete das Licht an.
Zij heeft het licht aangedaan.
von geringer Dichte, dünn gesät, spärlich, gelichtet, licht, schütter {bn.}
dun
dungezaaid
iel
ijl
hell, licht, lichtvoll {bn.}
hel 
helder 
klaar 
licht 


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Ich kann das Licht sehen.

Ik kan het licht zien.

Sie schaltete das Licht an.

Zij heeft het licht aangedaan.

Das Licht ging von selbst aus.

Het licht ging vanzelf uit.

Edison hat das elektrische Licht erfunden.

Edison heeft de elektrische lamp uitgevonden.

Willst du, dass ich das Licht anlasse?

Moet ik het licht aanlaten?

Schalte das Licht aus. Ich kann nicht einschlafen.

Doe het licht uit. Ik kan niet in slaap komen.

Es ist nicht genug Licht, um Fotos zu machen.

Het is niet licht genoeg om foto's te nemen.

Schalte das Licht an. Ich kann nichts sehen.

Doe het licht aan. Ik zie niks.


Gerelateerd aan licht

Licht - von geringer Dichte - dünn gesät - spärlich - gelichtet - schütter - hell - lichtvoll