Vertaling van lieb
Inhoud:
Duits
Nederlands
flirten, herumflattern, liebeln, tändeln, flattern, hin- und herflattern, gaukeln, wehen, poussieren {ww.}
ich lieb(e)le
ik wapper
» meer vervoegingen van wapperen
ich lieb(e)le
ik wapper
» meer vervoegingen van wapperen