Vertaling van mieten

Inhoud:

Duits
Nederlands
mieten {ww.}
huren 
afhuren
charteren

wir mieten
sie mieten

wij huren
zij huren
» meer vervoegingen van huren

Ich wollte einen Bus mieten.
Ik wilde een bus huren.
Ich wollte einen Reisebus mieten.
Ik wilde een touringcar huren.
anwerben, dingen, heuern, mieten, in Dienst nehmen, in Lohn nehmen, anstellen, einstellen {ww.}
huren 
tewerkstellen
in dienst nemen
aanwerven 
aannemen 

wir mieten
sie mieten

wij huren
zij huren
» meer vervoegingen van huren

Sie können stundenweise ein Boot mieten.
Je kan een boot per uur huren.
Wo kann ich einen Wagen mieten?
Waar kan ik een auto huren?


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Ich wollte einen Bus mieten.

Ik wilde een bus huren.

Ich wollte einen Reisebus mieten.

Ik wilde een touringcar huren.

Sie können stundenweise ein Boot mieten.

Je kan een boot per uur huren.

Wo kann ich einen Wagen mieten?

Waar kan ik een auto huren?

Ich würde gerne ein Auto mieten.

Ik zou graag een auto willen huren.

Ich möchte ein Auto mieten.

Ik wil graag een auto huren


Gerelateerd aan mieten

anwerben - dingen - heuern - in Dienst nehmen - in Lohn nehmen - anstellen - einstellen