Vertaling van nach draußen
Inhoud:
Duits
Nederlands
nach draußen, nach außen, nach außen hin {bw.}
buitenwaarts
eruit
naar buiten
uitwaarts
eruit
naar buiten
uitwaarts
Voorbeelden in zinsverband
Duits
Nederlands
Geh nach draußen oder komm herein.
Ga buiten, of kom binnen.
Ich gehe nach draußen spielen. Kommst du mit?
Ik ga buiten spelen. Ga je mee?
Er blieb den ganzen Tag zu Hause, statt nach draußen zu gehen.
Hij is de hele dag thuis gebleven in plaats van uit te gaan.
Es sind gerade zehn Grad und er geht nach draußen in einem T-Shirt. Ich fröstele, wenn ich ihn nur anschaue.
Het is maar tien graden, en hij loopt in een T-shirt buiten. Ik krijg het al koud als ik naar hem kijk.