Vertaling van nachgeben
Inhoud:
Duits
Nederlands
sich beugen, sich biegen, sich krümmen, sich fügen, nachgeben {ww.}
zich buigen
zich krommen
doorbuigen
ombuigen
buigen
zich krommen
doorbuigen
ombuigen
buigen
ich werde nachgeben
du wirst nachgeben
er/sie/es wird nachgeben
ik zal doorbuigen
jij zult doorbuigen
hij/zij/het zal doorbuigen
» meer vervoegingen van doorbuigen
abtreten, nachgeben, weichen, überlassen, zedieren, übertragen, einräumen, zurückweichen {ww.}
ich werde nachgeben
du wirst nachgeben
er/sie/es wird nachgeben
ik zal afstaan
jij zult afstaan
hij/zij/het zal afstaan
» meer vervoegingen van afstaan