Vertaling van nachjagen
Inhoud:
Duits
Nederlands
jagen, Jagd machen auf, nachjagen {ww.}
jagen
bejagen
jacht maken op
bejagen
jacht maken op
ich werde nachjagen
du wirst nachjagen
er/sie/es wird nachjagen
ik zal jagen
jij zult jagen
hij/zij/het zal jagen
» meer vervoegingen van jagen