Vertaling van nicht

Inhoud:

Duits
Nederlands
nein, nicht {bw.}
nee 
neen
niet 


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Warum nicht?

Waarom niet?

Lärme nicht.

Maak geen lawaai.

Nicht stören.

Niet storen.

Wer nicht wagt, der nicht gewinnt.

Wie niet waagt, wie niet wint.

Deine Eltern sind nicht gekommen, nicht wahr?

Uw ouders zijn niet gekomen zeker?

Das kann nicht sein!

Dat kan niet waar zijn!

Das überrascht mich nicht.

Het verbaast me niet.

Sie raucht nicht.

Zij rookt niet.

Sag’s ihm bitte nicht!

Zeg hem dat niet, alsjeblieft!

Ich kann nicht schwimmen.

Ik kan niet zwemmen.

Ein Stein schwimmt nicht.

Een steen drijft niet.

Nein, nicht wirklich.

Neen, niet echt.

Das ist nicht cool.

Dit is niet cool.

Lüg nicht, Liebling.

Niet liegen liefste.

Das wusste ich nicht.

Ik wist dit niet.


Gerelateerd aan nicht

nein