Vertaling van nutzen
Inhoud:
Duits
Nederlands
ausbeuten, ausnutzen, exploitieren, nutzen, nutzbar machen, abbauen {ww.}
uitbuiten
uitmelken
exploiteren
uitmelken
exploiteren
wir nutzen
sie nutzen
wij buiten uit
zij buiten uit
» meer vervoegingen van uitbuiten
Vorteil , Vorzug , Nutzen , Übergelegenheit {zn.}
voordeel
pré
pré
Beim Basketball sind große Spieler im Vorteil.
Lange spelers hebben een voordeel in basketbal.
Es ist von Vorteil, Computer bedienen zu können.
Het is een voordeel een computer de kunnen gebruiken.
Die Information, die Sie mir gegeben haben, ist von geringem Nutzen.
De info die je me gaf is van weinig nut.