Vertaling van oft
Voorbeelden in zinsverband
Ich habe oft Alpträume.
Ik heb vaak nare dromen.
Wir spielen oft Schach.
Wij spelen dikwijls schaak.
Kommst du oft hierhin?
Kom je hier vaak?
Ich reise oft.
Ik reis vaak.
Ich habe oft Alpträume.
Ik heb vaak nachtmerries.
Er verliebt sich oft.
Hij wordt vaak verliefd.
Kinder hassen oft Spinat.
Kinderen hebben vaak een hekel aan spinazie.
Wir hören dich oft singen.
We horen je vaak zingen.
Ich bin oft in Schwierigkeiten.
Ik zit dikwijls in de problemen.
Klagt Tom oft über Rückenschmerzen?
Klaagt Tom vaak over rugpijn?
Er fährt oft zur Bibliothek.
Hij rijdt dikwijls naar de bibliotheek.
Er fährt oft das Auto seines Vaters.
Hij rijdt vaak met zijn vader's auto.
Wir spielen nach der Schule oft Schach.
Na de school spelen we dikwijls schaak.
Ich bekomme oft Briefe von ihm.
Ik ontvang vaak brieven van hem.
Bill hält oft nicht sein Wort.
Bill houdt zijn woord vaak niet.