Vertaling van pfuschen
Inhoud:
Duits
Nederlands
pfuschen, verpfuschen, verhunzen, verderben {ww.}
verprutsen
verknoeien
verhaspelen
modderen
knoeien
beunhazen
verknoeien
verhaspelen
modderen
knoeien
beunhazen
wir pfuschen
sie pfuschen
wij verprutsen
zij verprutsen
» meer vervoegingen van verprutsen