Vertaling van präsidieren

Inhoud:

Duits
Nederlands
den Vorsitz haben, führen, präsidieren {ww.}
voorzitten
presideren

wir präsidieren
sie präsidieren

wij zitten voor
zij zitten voor
» meer vervoegingen van voorzitten



Gerelateerd aan präsidieren

den Vorsitz haben - führen