Vertaling van schließen
wir schließen
sie schließen
wij sluiten
zij sluiten
» meer vervoegingen van sluiten
wir schließen
sie schließen
wij doen toe
zij doen toe
» meer vervoegingen van toedoen
wir schließen
sie schließen
wij voleindigen
zij voleindigen
» meer vervoegingen van voleindigen
wir schließen
sie schließen
wij redeneren
zij redeneren
» meer vervoegingen van redeneren
wir schließen
sie schließen
wij leiden af
zij leiden af
» meer vervoegingen van afleiden
vertogen
argumenteren
wir schließen
sie schließen
wij betogen
zij betogen
» meer vervoegingen van betogen
wir schließen
sie schließen
wij doen
zij doen
» meer vervoegingen van doen
wir schließen
sie schließen
wij leiden af
zij leiden af
» meer vervoegingen van afleiden
Voorbeelden in zinsverband
Schließen Sie die Augen.
Sluit de ogen.
Sein Akzent lässt auf einen Ausländer schließen.
Zijn uitspraak geeft aan dat hij een buitenlander is.
Daraus kann man schließen, dass Feminismus immer noch notwendig ist.
Hieruit kan geconcludeerd worden dat het feminisme nog steeds nodig is.