Vertaling van schmücken

Inhoud:

Duits
Nederlands
sticken, besticken, verschönen, schmücken {ww.}
borduren 

wir schmücken
sie schmücken

wij borduren
zij borduren
» meer vervoegingen van borduren

drapieren, mit Tuch bekleiden, schmücken {ww.}
draperen

wir schmücken
sie schmücken

wij draperen
zij draperen
» meer vervoegingen van draperen

besetzen, einfassen, garnieren, verzieren, ausstatten, versehen, schmücken, ausschmücken, zieren {ww.}
uitmonsteren
stofferen
beslaan 
garneren
afzetten 

wir schmücken
sie schmücken

wij monsteren uit
zij monsteren uit
» meer vervoegingen van uitmonsteren

aufputzen, ausputzen, schmücken, verzieren {ww.}
versieren 
uitdossen
tooien
opsieren
sieren
decoreren

wir schmücken
sie schmücken

wij versieren
zij versieren
» meer vervoegingen van versieren

dekorieren, verzieren, schmücken, ausschmücken, auszeichnen {ww.}
onderscheiden
versieren 
decoreren

wir schmücken
sie schmücken

wij onderscheiden
zij onderscheiden
» meer vervoegingen van onderscheiden