Vertaling van schnüren
Duits
Nederlands
schnüren {ww.}
dichtrijgen
vastrijgen
aanrijgen
vastrijgen
aanrijgen
wir schnüren
sie schnüren
wij rijgen aan
zij rijgen aan
» meer vervoegingen van aanrijgen
wir schnüren
sie schnüren
wij rijgen aan
zij rijgen aan
» meer vervoegingen van aanrijgen