Vertaling van schnuppern
Inhoud:
Duits
Nederlands
einziehen, schnuppern, schnüffeln, schnupfen {ww.}
opsnuiven
wir schnuppern
sie schnuppern
wij snuiven op
zij snuiven op
» meer vervoegingen van opsnuiven
wir schnuppern
sie schnuppern
wij snuiven op
zij snuiven op
» meer vervoegingen van opsnuiven