Vertaling van schonen
Inhoud:
Duits
Nederlands
dauern, zu schade sein, leid tun, schonen, verschonen, kargen mit {ww.}
wir schonen
sie schonen
wij sparen
zij sparen
» meer vervoegingen van sparen
nachsichtig sein, schonen, verschonen {ww.}
zich laten vermurwen
sparen
toegeeflijk zijn voor
ontzien
sparen
toegeeflijk zijn voor
ontzien
wir schonen
sie schonen
wij sparen
zij sparen
» meer vervoegingen van sparen