Vertaling van schreiben

Inhoud:

Duits
Nederlands
schreiben {ww.}
schrijven 
uitschrijven
neerschrijven

wir schreiben
sie schreiben

wij schrijven
zij schrijven
» meer vervoegingen van schrijven

Muss ich einen Brief schreiben?
Moet ik een brief schrijven?
Wir schreiben gerade den Bericht.
We zijn het verslag aan het schrijven.


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Ich mag Gedichte schreiben.

Ik schrijf graag gedichten.

Ich brauche etwas zum Schreiben.

Ik heb iets nodig om mee te schrijven.

Schreiben Sie gerade einen Brief?

Schrijft ge een brief?

Muss ich einen Brief schreiben?

Moet ik een brief schrijven?

Wir schreiben gerade den Bericht.

We zijn het verslag aan het schrijven.

Ich verabscheue förmliches Schreiben zutiefst!

Ik heb een ontzettende hekel aan een formele schrijfstijl!

Ich werde morgen einen Brief schreiben.

Ik ga morgen een brief schrijven.

Mit diesem Stift will ich nicht schreiben.

Ik wil niet schrijven met deze pen.

Korrigieren ist manchmal schwieriger als Schreiben.

Verbeteren is soms moeilijker dan schrijven.

Jeder kann seinen eigenen Namen schreiben.

Iedereen kan zijn eigen naam schrijven.

Ich will Judith einen Brief schreiben.

Ik ben van plan om een brief te schrijven naar Judy.

Sie kann weder lesen noch schreiben.

Ze kan niet lezen of schrijven.

Die meisten Menschen schreiben über ihr Alltagsleben.

De meeste mensen schrijven over hun dagelijks leven.

Es ist nicht leicht, mit Kreide zu schreiben.

Het is niet makkelijk met krijt te schrijven.

Es ist nicht leicht, einen Liebesbrief in Englisch zu schreiben.

Het is niet makkelijk om een liefdesbrief te schrijven in het Engels.