Vertaling van segnen

Inhoud:

Duits
Nederlands
segnen, einsegnen, benedeien {ww.}
inwijden
zegenen 
inzegenen
wijden

wir segnen
sie segnen

wij wijden in
zij wijden in
» meer vervoegingen van inwijden

Segnen, Segnung [v] (die ~), Einsegnung, Benediktion {zn.}
zegening [v]
inzegening [v]
wijding [v]


Gerelateerd aan segnen

einsegnen - benedeien - Segnen - Segnung - Einsegnung - Benediktion